Op 24 maart overleed mijn vader. Niet aan Corona. Maar omdat het kaarsje op was en het genoeg was geweest. Omdat er aanvankelijk even een verdenking op Corona was, kwam de thuiszorg de laatste dagen binnen met mondkapje, bril, handschoenen en schort. Het had iets vervreemdends. Buiten (ver weg) woedde Corona. Maar binnen, in zijn appartement, leek alles langzamer te gaan en was het stil. Hij is 98 geworden. Het is ongelooflijk welke veranderingen zijn generatie heeft meegemaakt. Juist in deze tijd dringt de vraag zich op wat alle veranderingen uiteindelijk hebben gebracht. Er is nog nooit zo veel mogelijk geweest. Tegelijkertijd vinden er de laatste tijd voortdurend bijna apocalyptische gebeurtenissen plaats: overstromingen, droogte, bosbranden, sprinkhanenplagen, klimaatverandering, vluchtelingenstromen en nu ook (weer) een nieuw virus. Er wordt gecreëerd, geproduceerd en vernietigd.
Op het moment dat ik deze column schrijf, is het Pasen. Feest van nieuw leven en van hoop. De maatregelen en social distancing lijken in zoverre te werken dat de groei in IC-opnames afvlakt. Maar niemand weet hoe het verder zal gaan. Wordt het rustiger of komt er een nieuwe golf? Revalideren kan niet zonder hoop. De “waartoe-vraag” is in ieder revalidatieproces aanwezig. De meeste revalidanten willen weer “terug naar hoe het was”. Tijdens het revalideren ontstaat vaak een besef dat dat niet meer kan. Bij SOLK, CVS en pijn-patiënten is regelmatig de conclusie dat dat ook niet wenselijk is: men is namelijk ziek geworden door een bepaalde manier van leven. Vaak zeggen we dan: Als je zelf geen grens aangeeft, zal het lichaam dat doen. Een risico nu is dat we allemaal weer terug willen naar hoe het was voor de Coronacrisis: bijvoorbeeld iedere dag vlees eten, vliegreizen maken en onbeperkt consumeren. Maar dat zou betekenen dat we kunnen wachten op een volgende crisis. Wanneer we onszelf niet begrenzen zal het klimaat, de natuur of de aarde dat doen.
De prijs die betaald wordt voor een leefstijl die gebaseerd is op economische groei wordt steeds hoger. Wie zien het bij onze patiënten en om ons heen. Het credo dat stilstand achteruitgang zou zijn, jaagt alles en iedereen op en maakt ontevreden. In de ziekteleer hebben we een naam voor iets dat alsmaar door blijft groeien: kanker. Het waarderen en behouden van wat er is, staat in onze economie lager op de prioriteitenlijst dan voortdurend vernieuwen en veranderen. Is dat onze redding of onze vernietiging?
Wat laat de Corona-golf straks achter? Angst of hoop? Waar revalideren wij naar toe? Naar vroeger of naar een waardevolle, duurzame toekomst? Lukt het ons om onze ambities, keuzes en gedrag aan te passen? Revalideren is hard werken en wordt topsport genoemd. Voldoende tijd om stil te staan is daarvoor een belangrijke voorwaarde.